Opplussen – Het levensloopbestendig maken van leefomgevingen

Wat houdt opplussen precies in?

“Opplussen” heeft voornamelijk als doel leefomgevingen beter te schakelen aan de behoeften van zijn of haar bewoners. Dit zodat dat deze mensen langer zelfstandig te laten wonen en zich veiliger gaan voelen. Opplussen gebeurt veelal preventief en is vaak in een relatief korte periode te realiseren. Een valpartij kan men het beste voorkomen gezien lichamelijke schade voor veel oudere mensen vaak een behoorlijke achteruitgang betekend. Woningen worden comfortabeler en toegankelijker gemaakt door middel van praktische aanpassingen. Denk hierbij aan het weghalen van drempels, het verhogen van of plaatsen van leuningen en het vloerdek voorzien van een antislip laag. Wij hebben het voornamelijk over het opplussen van de algemene leefomgeving, binnenhuis is weer een andere tak. Opplussen betekent uiteindelijk het vergroten van het wooncomfort en de algemene mobiliteit.

gallerij vloeren opplussen

Waarom is het belangrijk en wordt het steeds relevanter?

Kortom; Vergrijzing. De hedendaagse behoeften van mensen en de eisen die zij stellen aan hun woning veranderen langzaam maar zeker. Mensen worden steeds ouder en willen het liefst zo lang mogelijk thuis blijven wonen. In het verleden was nieuwbouw “het antwoord” op bijna elke woningvraag, maar dit is in de toekomst steeds minder mogelijk. Dit heeft deels te maken met de sterk stijgende huisprijzen en gezien ouderen moeilijk een hypotheek kunnen afsluiten. Het is in veel gevallen daarom logischer om de bestaande woningen aan te passen. Hoe kunnen deze geschikter en bestendiger gemaakt worden zodat senioren langer thuis kunnen blijven wonen en zo min mogelijk worden belemmerend ten aanzien van mobiliteit? Hoe eerder daarover wordt nagedacht door de woningcorporatie of aannemer, hoe kansrijker. Zeker als men toch al een bestaand complex aan het verbouwen bent, is het handig op de toekomst te anticiperen en een aantal aanpassingen te maken waarbij de bewoners alleen maar profijt van hebben. Dat de noodzaak groter wordt bij 65- en 75-plussers is evident.

Op wie richt men zich ten aanzien van opplussen?

Opplussen richt zich voornamelijk op de doelgroep 55 jaar en ouder, oftewel de senioren. Een grote groep mensen die de komende jaren in rap tempo verder zal toenemen. De bevolkingsprognose voor Nederland laat zien dat er in 2020 ongeveer 1 miljoen senioren meer zijn dan in 2010. Een andere doelgroep zijn mensen met een lichamelijke beperking. Door de leefomgeving te optimaliseren ten aanzien van hun wensen en beperkingen kan het leven voor hen iets comfortabeler maken en mogelijk leed voorkomen. Het is belangrijk dat dat het gaat over het gemak en comfort waarvan men nu kan genieten en niet alleen over het ‘goed voor later’. Aan de hand van kleine, slimme en betaalbare woningaanpassingen kan men het meeste ervaren van hun eigen leefomgeving. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het weghalen van een ergerlijke drempel of het aanbrengen van antislip vloer zodat men zich ook in de winter veilig kan voortbewegen. Veel woonorganisaties zijn wel bekend met deze aanpassingen, maar realiseren zich minder dat de oorsprong van deze aanpassingen ligt in preventie. Door kleine of grotere aanpassingen te koppelen aan het gevoel van veiligheid, gemak en comfort waarmee senioren graag bekend zijn. Gaat men eerder over tot de beslissing om deze aanpassingen door te voeren. Dit is de kern die komt kijken bij het vakkundig opplussen van leefomgevingen.

Bronnen: opplussen.nlleidraadlangerzelfstandigwonen.nl

Vereisten en adviezen per gebouwonderdeel

Antislip

Entree: woongebouw en woning

Vereisten:

De vloerafwerking heeft een antislip R10-waarde.

Sanitair: natte ruimten

Vereisten

De vloer van natte ruimten is vlak en heeft een antislip R10-waarde.

Opmerking

Een niet-vlakke tegelvloer kan worden aangepast door de tegelvloer te vernieuwen en uitsluitend op afschot te leggen, zonder opstaande randen.

Gangen: woongebouw en woning

Vereisten

  1. Vrije breedtegangen: ≥ 900 mm.
  2. Vrije breedtegangen met deuren in de zijwanden: ≥ 1100 mm.

Galerijen: woongebouw

Vereisten

  1. Vrije doorgang
  • breedte ≥ 1100 mm
  • hoogte ≥ 2100 mm
  • drempels ≥ 20 mm
  1. Consoles: hoogte 2000 mm.

Opmerking

In geval van galerij ophoging is een vrije hoogte toegestaan van 2000 mm, ter hoogte van de consoles.

Leuningen: woongebouw en woning

Vereisten

Woongebouw

Bij een hoogteverschil van ≥ 250 mm.

  1. Aan weerszijden van de trap.
  2. Overige eisen: zie woningtrap.

Woningtrap

  1. Hoogte: tussen 850 en 950 mm boven het begin van de treden.
  2. Diameter 40 tot 50 mm.
  3. Vrije gebruiksruimte: 50 mm vrij omvatbaar.
  4. Leuning aan ten minste één zijde van de trap.

Deuren: woning

Vereisten

  1. Vrije doorgang voordeur en haldeur ≥ 850 mm.
  2. Verhard gebruiksvlak deur buiten ≥ 1100 x 1500 mm.
  3. Deurkruk tussen 900 en 1200 mm boven vloerpeil en ≥ 350 mm uit inwendige hoek.

Opmerking

Als de entreedeur van de woning voorzien is van een elektrisch slot, komt het gebruiksvlak buiten de woning te vervallen.

Woongebouw: gebouwtoegang en collectieve ruimten

Vereisten

  1. Gebruiksvlak aan weerszijden van de toegangsdeur ≥ 2000 x 2000 mm.
  2. Vrije doorgang ≥ 850 x 2100 mm (draaideur ≥ 900 te openen).

Dorpels: garagedeuren met loopdeur

Vereisten

De hoogte van de drempel van de loopdeur is dan < 20 mm.

Woning

Vereisten

  • Hoogteverschil rond onderdorpels ≤ 20 mm.
  • Woongebouw: gebouwtoegang en collectieve ruimten

Vereisten

Hoogteverschil rond onderdorpels ≤ 20 mm.

Hallen: collectieve delen in een woongebouw

Vereisten

  1. Zowel overdag als ‘s avonds minimaal 100 lux op 1000 mm boven vloerniveau.
  2. Niet verblindend.

Toegangspaden: Vlak en antislip

Vereisten

  1. Bij voorkeur zijn toegangspaden minimaal 1200 mm breed en vrij van obstakels.
  2. Het loopoppervlak is verhard; dus geen grind of halfverharding.
  3. De maaswijdte van eventuele roosters bedraagt maximaal 10 mm.
  4. De antislip R-waarde van het loopoppervlak bedraagt 10 bij zowel droog als nat oppervlak. Vóór de (hoofdentree)deuren bevindt zich een vrije en horizontale opstelruimte van 2000 mm x 2000 mm uit de gevel en 1500 mm parallel aan de gevel, dusdanig gepositioneerd dat een opstelmogelijkheid van 500 mm naast de slotzijde van de deur aanwezig is.

Treden en trappen in het terrein: de aantrede en de optrede, antislip

Vereisten

Trappen in het terrein hebben een aantrede van minimaal 300 mm en een optrede van maximaal 150 mm.

Opmerkingen

  1. Het ophogen van bestrating is alleen van toepassing als het een trap van één trede betreft. In dat geval kan door het ophogen vrij eenvoudig worden voldaan aan de prestaties. Bij meer treden is deze oplossing niet relevant.
  2. Trappen zijn alleen noodzakelijk bij hoogteverschillen vanaf 150 mm.

Treden en trappen in het terrein Antislip

  1. De antislip-R-waarde van het loopoppervlak bedraagt 10 bij zowel droog als een nat oppervlak.
  2. De eerste en de laatste trede zijn gemarkeerd met een contrasterende kleur.

Opmerkingen

Gekozen kan worden voor antislipcoating of een antislipstrip. Als de strip helgekleurd is, wordt ook voldaan aan het vereiste onder punt 1.

Trapleuningen:

Aan beide zijden van (de) trap(pen) in het terrein zijn leuningen aanwezig

Vereisten

  1. Niet glad.
  2. Warm aanvoelend.
  3. Goed omvatbaar (diameter tussen 30 mm en 50 mm).
  4. Minimaal 50 mm afstand van een eventuele muur.
  5. Leuning tussen 850 en 950 mm boven voorkant treden.
  6. Leuningen 300 mm horizontaal doortrekken voor de eerste trede en na de laatste trede of, bij onvoldoende muurlengte, voorzien van een knik.

Opmerkingen

Als er geen leuningen aanwezig zijn of een tweede leuning ontbreekt, moeten deze worden aangebracht. De specificaties gelden echter alleen voor nieuw aan te brengen leuningen. Bestaande leuningen hoeven daarom niet aan deze eisen te voldoen.

Hellingbaan: overbruggen van hoogteverschillen vanaf 250 mm

Vereisten

  1. Niet glad.
  2. Warm aanvoelend.
  3. Goed omvatbaar (diameter tussen 30 mm en 50 mm).
  4. Minimaal 50 mm afstand van een eventuele muur.
  5. Leuning tussen 850 en 950 mm boven hellingbaan.

Opmerkingen

  1. Als geen leuningen aanwezig zijn of een tweede leuning ontbreekt, moeten deze worden aangebracht. De specificaties gelden echter alleen voor nieuw aan te brengen leuningen. De bestaande leuningen hoeven niet aan de eisen te voldoen.
  2. Tot 250 mm hoogteverschil voldoet een opstaande rand van ongeveer 50 mm als afrijdbeveiliging.
  3. Een leuning (aan beide zijden) is pas vereist bij hoogteverschillen vanaf 250 mm.

Onze onze tab “Producten” kunt u wellicht verschillende oplossingen vinden die men kan gebruiken bij het vakkundig opplussen van de leefomgeving.